Energietransitie

Maak ruimte voor energietransitie

Nederland ondertekende in 2015 het klimaatakkoord van Parijs. Dit levert een belangrijke opgave op voor het terugdringen van broeikasgasemissies en het omvormen van het energiesysteem. Op Europees niveau betekent dat voor Nederland een vermindering van uitstoot van broeikasgassen in 2050 ten opzichte van 1990 met 85-95% om de opwarming van de aarde te beperken tot 2 graden. Dit streven krijgt onder meer gestalte in het Energieakkoord dat in 2013 door meer dan 40 organisaties is gesloten. Het doel hiervan is om in 2020 voor 14% duurzaam in de Nederlandse energiebehoefte te voorzien en in 2023 voor 16% (tegen 5,8% nu).

Om de klimaatverandering tegen te gaan is een energietransitie op grote schaal noodzakelijk, oftewel:

  • vermindering van het energieverbruik;
  • overgang van fossiele brandstoffen naar duurzame of hernieuwbare energie;
  • vermindering van de CO2-uitstoot;
  • zo efficiënt mogelijk gebruik van fossiele brandstoffen (daar waar deze nog nodig zijn).

Een extra reden voor deze transitie is dat Nederland daarmee minder afhankelijk wordt van buitenlandse energieleveranciers. De energietransitie is echter een complex proces. Niet in de laatste plaats vanwege de ruimte die het vraagt, soms permanent en soms tijdelijk.

Het Groene Hart speelt net als andere gebieden in Nederland een rol in de energietransitie. Productie, distributie en opslag van duurzame energie hebben invloed op de ruimte door hun verschijningsvorm en de fysieke plek die ze innemen. Daarnaast is er indirect ruimtebeslag, vanwege bijvoorbeeld de wettelijke normen voor geluid en slagschaduw bij windturbines. De druk op de ruimte en het noodzakelijke draagvlak voor veranderingen in het landschap maakt de energietransitie tot een belangrijk maatschappelijk vraagstuk.

Groen Hart energie transitie: windmolen, zonnepanelen en geothermie

Daarom is het van belang het thema breed bespreekbaar te maken voor het Groene Hart. De kunst is om andere opgaven met energietransitie te verbinden, voordat een ruimtelijke vertaling gemaakt wordt. De vraag is hoe de transitie in ruimtelijke zin een plek krijgt en hoe we het Groene Hart zo inrichten dat er een goed energiesysteem ontstaat.

Dit leidt tot de volgende ambities voor het Groene Hart:

  1. Het is onvermijdelijk dat ook het Groene Hart substantieel ruimte maakt voor de eigen energieopgave (wind, zon, water, aardwarmte, biomassa).
  2. In 2040 is het Groene Hart goed op weg naar duurzame energieopwekking. Opwekking en verbruik van energie (voor huishoudens en bedrijven) zijn in 2050 in evenwicht.
  3. Positionering en inpassing van energie-installaties gebeurt zorgvuldig. Hiervoor zijn op alle overheidsniveaus eenduidige uitgangspunten voor het Groene Hart nodig.

Relevante informatie